Study Success

Study Success

General Summary

Studiesucces is een dossier dat vooral inzoomt op de maatregelen die de TU Delft neemt om studiesucces te verbeteren: met studiesucces bedoelt de universiteit vooral studierendementen. Die zijn in Delft in vergelijking met andere steden best laag, waardoor het doel van de universiteit nog steeds blijft deze omhoog te brengen. Echter zijn die maatregelen niet altijd voordelig voor studenten. Zo is het onderwijs ‘schoolser’ geworden: de opleidingen bevatten veel meer verplichtingen en tussentoetsen. Dit zijn allemaal maatregelen die de student dwingen door de periode heen te blijven studeren. Dit dossier speelt ongeveer vanaf 2011 al maar is groter geworden in de tijden van Project Studiesucces rond 2013. Toen hebben veel verplichtingen zijn intrede gedaan. Dit project werd opgestart omdat de overheid prestatieafspraken maakte met de TU Delft: de TU Delft moest in een aantal jaar de rendementen laten stijgen om een deel van de financiële bijdrage van de overheid te krijgen. Om dat te doen heeft de TU besloten voor dit project het BSA te verhogen van 30 ECTS naar 45 ECTS en de curricula van alle opleidingen om te gooien. Veel opleidingen gingen daarbij ook maatregelen, zoals verplichtingen, nemen om studenten sneller te laten studeren.

Bij dit dossier is het belangrijk dat ORAS het negatieve effect van verplichtingen, namelijk dat studenten niet zelf leren plannen en verantwoordelijkheid nemen, blijft aankaarten bij het CvB, de betreffende beleidsmedewerkers. Dit is verder een dossier wat juist decentraal heel erg speelt, dus ORAS houdt goed contact met de FSR-en en studieverenigingen om dit onderwerp te bespreken.

Geschiedenis

Vanuit Den Haag staat er druk op de studierendementen van de TU Delft.

Ten tijde van Halbe Zijlstra als staatssecretaris heeft de overheid prestatieafspraken gemaakt met universiteiten. Voldeden ze hier niet aan in de peiljaren 2015 en 2017, dan zouden zij gekort worden op financiële middelen vanuit de overheid. Studiesucces is één van de punten waarover afspraken gemaakt zijn. Toen de afspraken gemaakt werden in 2010, had de TU Delft een gemiddeld rendement van 27% (27% van de studenten haalde zijn/haar bachelor in vier jaar). Er werd afgesproken dat dat in 2015 55% zou zijn.

Hierop volgend is project ‘Studiesucces’ gestart. Een groot onderdeel van dit project was het veranderen van de curricula. Om dit vorm te geven is een werkgroep gestart: werkgroep Didactiek die met hun eindrapport in 2011 ‘Koersen op Studiesucces’ aanbevelingen heeft gedaan over de nieuwe curricula aan de TU. Onder andere het blokonderwijs, betere afstemming tussen vakken en de spreiding van studielast waren hierin een doel. Zo is ook het ‘aan de bal houden’ van de student iets waar de TU graag mee werkt. In cohort 2012-2013 zijn voor de meeste opleidingen de nieuwe curricula ingegaan. Uitzonderingen zijn elektrotechniek (een jaar later) en technische natuurkunde (een jaar eerder). Na het invoeren van de nieuwe curricula zagen we een enorme trend in de hoeveelheid verplichtingen voor studenten. De enorme hoeveelheid tussentoetsen, huiswerkklassen en groeiende aanwezigheidsplicht deden ons denken aan middelbare school 2.0: verschoolsing! Aan de hand hiervan heeft de SR een brief geschreven aan het CvB met deze zorgen en het CvB zei toen een en ander bij te stellen.

De TU heeft uiteindelijk de prestatieafspraken gehaald, de rendementen zijn enorm verbeterd de afgelopen jaren.

Status

In 2017 is het project ‘Studiesucces’ geëvalueerd. Een belangrijke uitkomst was dat het veranderen van de curricula niet per sé tot de verbetering van rendementen heeft geleid. Alleen het BSA heeft een hele directe invloed gehad. Ook heeft de evaluatiecommissie in het studiesuccesevaluatierapport vijftien aanbevelingen gedaan voor de TU. Naar aanleiding van de bevindingen een aanbevelingen hebben we een brief naar het CvB geschreven met onze belangrijkste kritiekpunten. Belangrijkste is dat we willen dat in de toekomst de focus van rendementen gaat en meer op kwaliteit van onderwijs en dat er andere manieren gezocht moeten worden om studenten op een goede manier te stimuleren sneller te studeren.

Verder speelt op landelijk gebied dat er eventueel nieuwe ‘prestatieafspraken’ gemaakt worden. Of die er komen en hoe die eruit gaan zien hangt helemaal af van het nieuwe kabinet. Verder is wel landelijk het idee dat de prestatieafspraken te veel op cijfertjes gericht waren en daardoor veel perverse prikkels met zich mee brachten. Als het goed is zullen de nieuwe afspraken meer op kwaliteit gericht zijn, ook iets wat wij heel graag zouden willen!

Ideale situatie

ORAS is van mening dat de universiteit de taak heeft om studenten te leren eigen verantwoordelijkheid te nemen. Veel verplichtingen leiden tot een beperkt eigen verantwoordelijkheidsgevoel en daarom zijn wij in principe tegen verplichtingen. ORAS vindt een beperkte mate van verplichtingen in het eerste studiejaar toelaatbaar, maar vindt dat deze in het tweede studiejaar fors gereduceerd moeten zijn. Een student moet uiteindelijk studeren voor de inhoud van het vak en niet om zijn/haar vakken ‘af te vinken’. Daarnaast moet een student zelf moeten kunnen kiezen hoe en dit niet opgelegd krijgen vanuit zijn opleiding. Ook moet een student de mogelijkheid krijgen om te leren van zijn/haar fouten als onderdeel van het leerproces en hierin niet gelijk afgestraft te worden. Daarom is de ideale situatie dat de TU dit ook inziet en in het vervolg van project studiesucces het aantal verplichtingen gaat verminderen.

Meer weten over onze visie over dit onderwerp? Bekijk ons position paper over verschoolsing!